donderdag 14 januari 2010

Het raderwerk

Film- en theatermaker Sacha Guitry zei over de stukken van Feydeau: “Maak de achterkant van een uurwerk open en buig je over zijn organen: tandwieltjes, kleine veren, aandrijfasjes. Het is een stuk van Feydeau bekeken vanuit de coulissen.
Doe het weer dicht en draai het om. Dat is een stuk van Feydeau bekeken vanuit de zaal: de uren gaan voorbij, natuurlijk, snel, zalig”.
Het stuk vraagt van de spelers veel techniciteit anders loopt het uurwerk vast. Maar als het mechanisme loopt, krijg je als speler een golf van enthousiasme terug van het publiek.

woensdag 13 januari 2010



"De mannen van de vrouwen die mij bekoren zijn altijd idioten"
De Sigaar. Georges Feydeau.

dinsdag 12 januari 2010

Hoe?



Hoe moet het stuk gespeeld worden? Regisseur Frans Roth meent: 'Met de juiste vaart én helder. En het moet met stijl gedaan worden. Anders dreigt het platvloers te worden'. Hij heeft meer dan gelijk. Het stuk is bij momenten één grote choreografie, een vuurwerk van replieken.

Waar?

Waar woont De Sigaar? In onze versie lijkt dat niet echt op Parijs? Of woont hij in het Leuvense? Het maakt niet uit. De namen klinken alleszins dichterbij. Alleen het hotel in het tweede bedrijf is hotel Terminus gebleven. Nadat hij in 1909 gebroken had met zijn vrouw, en zich tussen zijn schilderijen en 250 parfums vestigde in Hotel Terminus, zocht hij daar aanleidingen om de nacht te rekken. In die buurt, bij het station Saint-Lazare, hielp hij een krantenkiosk openhouden zodat hij kon converseren met klanten en voorbijgangers. De vinger aan de pols van het leven.

Den boulevard.


Boulevardflaneerders worden de personages in de stukken van Feydeau al wel eens genoemd. Feydeau zelf mag ook die titel krijgen.
In de jaren 1880 werden de Parijse boulevards aangelegd: een plan van stadsarchitect Georges-Eugène Haussmann aangelegd. Wat een leven! Chique restaurants, luxe grootwarenhuizen, brasseries, theaters,… ze werkten als magneten. Café Napolitain was de vooravondstek van Feydeau en daarna zocht hij zijn stamtafel op in het art nouveau restaurant Maxim's. Ja, hij had een rijkelijke levensstijl vol opwinding en amusement.
En dan de tijdsgeest! Bij de vrouwen in de hogere kringen was overspel part of the game. Avontuurtjes konden in de rendez-voushuizen, hotelkamers, zelfs in de grootwarenhuizen. Feydeau zocht en vond inspiratie: dat was niet moeilijk langs de Parijse boulevards. Ook ’s nachts in het laveloze nachtleven!

zondag 10 januari 2010

Lachen!

De ingrediënten van de komedies uit de Belle Epoque zijn redelijk voorspelbaar. Mikpunt was de kleine bourgeoisie. Enkele gegoede burgers geraken toevallig ergens in verwikkeld, worden verwisseld, belanden in het verkeerde bed,… enfin een stroom aan misverstanden. Dat brengt vervelend gedoe mee en alleen vindingrijkheid, enkele leugens en weer een andere toevalligheid kunnen hen opnieuw bevrijden.
De verhaallijn is ook beproefd. In het eerste bedrijf is er de eerste ontmoeting en wordt het gegeven verduidelijkt. Het tweede bedrijf moet een kruispunt van verwarrende ontmoetingen zijn en dus speelt het zich altijd af op een publieke plaats: een brasserie, een restaurant maar een hotel is de favoriet want daar is ook een bed! Door allerlei misverstanden wil wat moet komen, maar niet komen. Het tweede bedrijf is daardoor één langgerekte vrijpartij die zijn orgasme niet vindt. In het derde bedrijf vallen de slachtoffers: de hanen druipen verslagen af. In De Sigaar is dat niet anders.

Tom Naegels schrijft in Los dat er twee soorten humor zijn: humor die inspeelt op verwachtingen (mijn schoonmoederrrrr…) en humor die het moet hebben van verrassingen (standups,..). Ik lach zelf niet zo gemakkelijk met de eerste soort. Hoe zit dat dan met De Sigaar, een stuk dat gebouwd is op voorspelbaarheid? Wel, in De Sigaar zijn die voorspelbare elementen uitingen van een ondergrondse, onvoorspelbare vulkaan. Dat is de gedrevenheid van de personages, de onderliggende waanzin, een smeulend vuur, waarbij permanent uitslaande branden verwacht kunnen worden. En dat is geweldig!

zondag 3 januari 2010

"Toch jammer dat je geen lief kan hebben zonder je echtgenote te bedriegen" Feydeau.

Belle époque

Toen de eerste Wereldoorlog voorbij was, bleef de wereld getraumatiseerd achter; de tijd voor de oorlog leek ineens een onbezorgde tijd vol nieuwe ontdekkingen. Zo kreeg in Frankrijk de periode van 1890 tot 1914 de naam La Belle Époque.


Het was ook een levendige tijd: de industrie bloeide en de techniek bleef verbazen. Met de wereldtentoonstelling in 1889 in Parijs werd Frankrijk helemaal het middelpunt van de wereld. De Eiffeltoren was het symbool van de technische vooruitgang.

Wat bewoog er allemaal? De filmindustrie werd uitgevonden en de fotografie was in volle ontwikkeling. We stapten in het tijdperk van de Art Nouveau en het impressionisme. De fiets met twee wielen kreeg pedalen en de Tour de France werd voor het eerst gereden. De eerste auto’s met verbrandingsmotor kwamen tot leven.

Het was ook een verwarde tijd. Door alle vernieuwing verdween ook de houvast aan morele waarden. De vrijheid leek onbeperkt en de geesten werden losser, losbandiger. In 1889 ging de Parijse nachtclub Moulin Rouge open en de can-can werd populair. Toulouse-Lautrec was door het nachtleven gefascineerd. Feydeau deed ook dapper mee.

Georges Feydeau

Georges Feydeau werd in 1862 in Parijs geboren. Hij gooide zich op het theater want zijn studies vond hij niks. Toen hij twintig was, schreef hij zijn eerste komische monologen die hij in de Parijse cabarets bracht. Echt succes was er in 1886 met Tailleur Pour Dames, dat opgevoerd wordt in het Théâtre de la Renaissance.


In dat jaar trouwt hij met de dochter van de bekende schilder Carolus-Duran. Dat zorgt voor inkomsten en die zijn welkom in afwachting van het grote succes. Na 15 jaar is het huwelijksgeluk wel op: hij scheidt in 1916.

Feydeau begon zijn voorlopers te bestuderen zoals Eugène Labiche. Dat inspireerde hem om in 1892 Champignol malgré lui te schrijven. Hij had meer en meer succes, hij werd bekend in en buiten Frankrijk en sommige van zijn stukken werden zelfs in een andere taal eerst buiten Frankrijk gespeeld. Hij schreef zo een 60 stukken. Le Dindon ging in première in het Théâtre du Palais Royal in 1896: het was zijn eerste stuk dat gelauwerd werd door de Comédie Française.

In de winter van 1918 loopt Feydeau syphilis op en daarvan wordt hij langzaamaan gek. Drie jaar later sterft hij in een rusthuis in Rueil-Malmaison: hij werd 58. Feydeau is begraven op het kerkhof van Montmarte.